Opiniestuk Het Parool, 15 december 2019
Bij Rijkswaterstaat kan de vlag uit. De Adviescommissie Oeververbindingen Rijkswateren Amsterdam adviseert de Javabrug te schrappen. In een eerder stadium sprak Rijkswaterstaat een ‘veiligheidsveto’ uit over alle zes Javabrugontwerpen.
De onderbouwing daarvan was nihil, het was een verbod van de meest autoritaire soort. Toch geeft de bemiddelende commissie nu klakkeloos toe aan Rijkswaterstaat. Klakkeloos? Ja, want het rapport geeft geen enkel argument om de Javabrug af te wijzen. De zes brugscenario’s waren uitgebreid onderzocht en kwamen goed uit de bus.
Camouflagetaal
De Javabrug heeft een enorme vervoerswaarde en smeedt twee dichtbevolkte stadswijken aaneen. Duizenden bewoners van de Noordbuurten IJplein, Vogelbuurt en Hamerkwartier wonen nu nog op drie kwartier loopafstand van Java-eiland. Straks is dat vijf minuten. Een ongekende meerwaarde.
Het 36 pagina’s tellende tussenrapport trekt de kwestie bepaald breder dan het IJ. In camouflagetaal lezen we een exposé over een fietsring die er grotendeels al is zonder dat we het doorhebben. De aan de zuidkant van het centrum liggende Weteringschans blijkt zo ongeveer al de oprit van de 3 kilometer noordelijker geplande fiets- en voetgangersverbindingen. Mooi theoretisch concept, zo’n fietsring, maar fietsers zijn geen auto’s.
Een Amsterdamse fietser is te flexibel en eigenwijs om zich in een ring te persen. Bij haast snijdt hij af en bij geen haast rijdt ie een straatje om. Er wordt nog een ballon opgelaten, een fietspad langs de gehele noordoever van het IJ. Daarover wordt al decennia gesproken, maar die blijkt vanwege de vele insteekhavens nauwelijks realiseerbaar.
Daarnaast: we willen niet langs maar óver (of onder) het IJ. Maar de commissie zegt geen enkele uitspraak te willen doen over ‘brug of tunnel’. Was het daar niet om begonnen dan?
Drastische advieskeuze
Het economisch belang en de duurzaamheid van de tot nu toe zeer onduurzame haven worden in het rapport breed uitgemeten. Na het wegstrepen van de Javabrug volgt dan een tweede drastische advieskeuze ten faveure van de haven. In het rapport heet het ‘ontkoppeling’. Het verhuizen van de cruiseterminal moet niet worden overhaast. We mogen het zeker niet koppelen aan de verbinding over het IJ. Daarmee schuift de commissie achteloos alle bestaande brugscenario’s op de lange baan, want het verplaatsen van de PTA is daarin een voorwaarde.
Een derde opmerkelijk gegeven is dat de commissie zich uitspreekt over het hete hangijzer van de brughoogte – in geval van toch een brug. De gemeente Amsterdam toonde in een eerdere fase aan dat een extra hoge brug zinloos is omdat op de verdere vaarroutes vele bruggen liggen die deze ‘overdimensionering’ niet hebben. Voor fietsers leidt 2,5 meter hoger tot een ruim 100 meter langere brug. Toch geeft de commissie doodleuk toe aan deze onredelijke wens van Rijkswaterstaat.
Elf bruggen over de Amstel
De pijnlijke conclusie van deze tussenrapportage is dat de onafhankelijke commissie een knieval maakt voor Rijkswaterstaat. De achterkamertjes van de hoofdstad zijn voor de nautische lobby al eeuwenlang een kolfje naar hun hand. Het rapport schetst in Oost nog maar één optie, het Azartplein (KNSM-eiland). Heel erg oostelijk, maar de curieuze afweging luidt als volgt:
‘De precieze locatie en de hoeveelheid verbindingen is minder belangrijk (…) het maakt in principe niet uit wáár precies de oversteek gemaakt wordt.’
Sinds de Schellingwouderbrug weten we dat het álles uitmaakt waar je de brug legt. En waarom is de hoeveelheid verbindingen op de 10 kilometer lange IJoever niet belangrijk? Bedoelt de commissie dat op de 5 kilometer lange Amstel binnen de Ring eigenlijk niet elf bruggen nodig waren – hadden we kunnen volstaan met één hele dikke Magere Brug?
Wat de oversteek naar Noord betreft geeft de commissie aan dat deze recht moet zijn. Van oever tot oever is dat op die plek minimaal 700 meter. Waar andere steden hun bruggen op een smal stuk van de rivier bouwen, moet deze brug of tunnel juist op het allerbreedste stuk IJ komen.
Wijken voor kansloze optie
Het wordt absurd als je inzoomt op de noordelijke aanlanding. In het midden van de oever van industrieterrein Albemarle, voorheen Ketjen, de zware industrieel die dit terrein al meer dan een eeuw afgrendelt. Ten oosten, westen, noorden en zuiden van dit aanlandpunt ligt de dichtstbijzijnde wijk op 700 meter. Achter het terrein bevindt zich het Vliegenbos/Rietland, zo ongeveer het belangrijkste en stilste natuurgebied van Noord. Daar weer achter stuit je op de gesloten antieke wand van de Nieuwendammerdijk.
Deze elementen – zware industrie, hoogwaardige natuur en monumentale dijk – vormen drie ondoordringbare lagen op elkaar. Je kunt merken dat de commissie nog geen dagje onderzoek heeft gedaan naar deze optie.
Waaróm moet de zo aantrekkelijke Javabrug wijken voor deze kansloze optie ? Ik vrees dat ik het weet. Deze verbinding mag van Rijkswaterstaat omdat ze snappen dat die nooit gebouwd gaat worden. Na tien jaar ontwerpen, volgt tien jaar discussie en vijf jaar trammelant. In 2045 concluderen we verbaasd dat deze locatie helemáál geen goed idee is.
De hele IJoever is dan volgebouwd, de Passenger Terminal huist vredig op zijn huidige plek en we leefden nog lang en brugloos.